Ontwerpgerichte literatuursynthese

Datum 10 juni 2024; Coördinatie: Danny Plass en Koen van Turnhout. Blog: Danny Plass, Koen van Turnhout en Evelien van Rij.

Wat is anders?

Onder een literatuursynthese verstaan wij het bruikbaar maken een breder set van bronnen bruikbaar voor het gebruik in onderzoek.  H10 van het handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek wordt dit besproken.

Wat is er anders bij ontwerponderzoek als het gaat om de literatuursynthese? Bij ontwerponderzoek hebben we vaak veel verschillende bronnen nodig voor de literatuur synthese en de literatuursynthese komt op meerdere momenten terug, bij de meeste iteraties vindt wel iets van literatuursynthese plaats. De literatuursynthese heeft dan ook niet alleen de rol van het in kaart brengen van de bestaande kennis, maar ook van het onderbouwen van de vraag waarom wij verwachten dat het ontwerp werkt in een bepaalde situatie. Daarnaast is een verschil dat we vaak een veel breder palet aan bronnen nodig hebben.

In deze workshop hebben we hierover nagedacht. Eerst hebben we hands-on aan de hand van een praktijkvoorbeeld nagedacht over waar we tegenaanlopen bij het samenvoegen van verschillende soorten informatie ten behoeve van een ontwerp. Vervolgens hebben we in een world cafe thema’s verder uitgewerkt. Hieronder een verslag van de meest interessante inzichten 

Waarom diverse bronnen?

Bij praktijkgericht onderzoek heb je vaak zeer verschillende bronnen van informatie nodig om je beslissingen te onderbouwen. Je kan denken aan wetenschappelijke literatuur, praktijkervaringen van professionals, een AI search en aan inzichten die je zelf hebt opgedaan.

Waarom hebben we bij ontwerpgericht onderzoek nu bredere bronnen nodig? Dit is omdat de praktijk complexer is dan de theorie en we tot creatieve stappen moeten komen.  Literatuuronderzoek dat zich puur baseert op in-journals-gepubliceerde artikelen is vaak te beperkt, niet up-to-date met de laatste inzichten uit de praktijk en niet specifiek genoeg. We hebben deze diverse bronnen nodig omdat de praktijk altijd complexer en specifieker, meer contextafhankelijk, is dan theorieën die vaak algemeen geformuleerd zijn. Daarnaast willen we graag alles kunnen meenemen om te komen tot een werkzame oplossing die aansluit bij context en doel. Het gebruik maken van een breed spectrum helpt bij het komen tot creatievere stappen.

Op een verantwoorde manier

Hoe kunnen we als onderzoekers deze kloof tussen de academische en praktische realiteit overbruggen en alle bronnen van bewijs, ervaring en inzicht meenemen die voor onze keuzes relevant zijn, op een methodische manier die leidt tot antwoorden waar we op kunnen bouwen? Allereerst is het van belang om je te realiseren dat de validiteit van je ontwerp vaak gebaseerd is op de kennis waarop je je ontwerp hebt gebaseerd en op testen. Als je een zwakke bron hebt gebruikt om tot je ontwerp te komen, maar dit ontwerp later goed kan testen, is er niets aan de hand.

Daarnaast is het van belang om de zekerheid van je bronnen te wegen en hierover eerlijk te communiceren. Je kan bijvoorbeeld omschrijven dat je een ervaringsdeskundige als bron gebruikt en dat deze als redelijk zeker wordt gezien omdat hij alle patiënten in Nederland met deze bijzondere afwijking behandelt. Dat je er niet 100% zeker van kan zijn dat wat hij zegt waar is, maar dat zijn uitspraken wel voldoende interessant zijn om een bepaald prototype als eerste verder te ontwikkelen in je ontwerpproces.  

Een andere vraag die speelt is hoe kies je? Je kan je bronnen breed kiezen, maar vaak moet je wel keuzes maken, (a) omdat je simpelweg de tijd en middelen niet hebt om alles uit te testen, en (b) omdat de risico’s van een slecht ontwerp soms te hoog zijn. Dus je hanteert een filter om die ideeën en richtlijnen te hanteren die de grootste kans hebben om te leiden tot iets met de gewenste impact.

Aan de andere kant komen radicale innovaties ook met een zeker risico. Door concepten uit te proberen en te itereren in kleine cycli (zoals bijv. met de Design Thinking) willen we een goede balans vinden tussen uitproberen en wel zoveel mogelijk een effectieve oplossing aan het eind kunnen garanderen. Daarnaast passen we de risico’s die we nemen aan de risicogevoeligheid van de context.

Ook kunnen we “onzekere” bronnen “zekerder” maken door verder onderzoek te doen naar bewijs voor de werking, of misschien of we bewijs kunnen vinden waarom het niet zou werken. Verder kun je de stappen en keuzes en de bronnen waarop je die gebaseerd met een toelichting over hun beperkingen bijhouden, expliciet maken en onderbouwen en verifiëren bij anderen. Houd een logboek bij gedurende het proces, en maak dit publiek als aanvullende bijlage.

Het wordt dus een afweging tussen validiteit met kleine incrementele, maar theoretisch goed onderbouwde stapjes en creatieve innovatie waarmee mogelijk sneller tot nieuwe effectieve oplossingen kan worden gekomen. Pragmatiek helpt hierbij een balans te vinden tussen deze creatieve stappen (snelheid) en risicobeperking. Een logboek (van stappen, ideeën, afwegingen, bronnen) en andersoortige documentatie helpt met het transparant houden van het proces.

Bronnen in verschillende ontwerpfasen

Er is verschil in hoe we in de verschillende ontwerpfasen omgaan met bronnen. In de eerste diamant als we divergeren, worden veel bronnen verzameld vanuit literatuur en context. Na deze eerste divergeerfase is het nuttig om te revergeren (daarmee bedoelen we het clusteren van ideeën), voordat men de convergeerstap maakt naar de probleemstelling. De tweede diamant bevat ideation, prototyping en testing – het iteratieve ontwerpproces. Ook hier maak je gebruik van bronnen om snel te kunnen verifiëren of een idee kan werken en om het idee uit te werken? Hoe bouw je x of wat kunnen we gebruiken van vergelijkbare ontwerpen.

Verslaglegging en publicatie

Bij de keuze van bronnen die je wilt gebruiken in een rapportage en publicatie is het belangrijk om je publiek voor ogen te hebben. Wie is je publiek? De klant, andere stakeholders, deskundigen, borgingsinstanties of wetenschappers. Sluit aan bij hun taal en eisen. Verschillende domeinen kijken naar verschillende aspecten en waarden, stellen verschillende eisen en gaan uit van verschillende paradigma’s. 

Welke kennis is het vertrekpunt van je publiek, waar moet je op aanhaken? Welke kennis en bronnen zijn bij hun minder bekend? Hierin hebben ze wellicht minder vertrouwen en daarom zal je extra aandacht moeten besteden aan de vraag waarom je deze bronnen toch mag gebruiken, bijvoorbeeld omdat je later uitgebreid gaat testen, omdat je gebruik maakt van triangulatie of omdat dit simpelweg het beste is dat voor handen is.   

Werk samen met iemand uit de discipline waar je wilt publiceren (multi/cross-disciplinair publiceren). Voor bepaalde disciplines zul je extra theorieën en aspecten erbij moeten halen of extra toe moeten lichten. Door samen te werken met iemand uit die discipline weet je wat daar verwacht wordt. 

In sommige vakgebieden zijn er eigen termen voor studies naar bronnen die nog niet 100% bewezen zijn. Een oplossing is dan het jargon van het vakgebied te gebruiken.

Een fuzzy, iteratief ontwerpproces dat gebruik maakt van verschillende bronnen van informatie is lastiger te beschrijven dan een standaard lineair onderzoeksproces. Gebruik daarom reconstructed logic om de onderliggende logica die tijdens het wat chaotische proces aanwezig was en achteraf zichtbaar is geworden helder en doelgericht te communiceren. De uitdaging is dit kort te houden. Dit vereist dat je boven de stof staat. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *